In een democratie zijn politieke partijen heel erg belangrijk. Mensen die dezelfde denkbeelden hebben over de samenleving vinden elkaar meestal in een politieke partij. Het doel van een politieke partij is om de belangen van de verschillende delen van de samenleving te behartigen. Hieronder zijn er 5 weetjes over het ontstaan van de Nederlandse politieke partijen.

#1 Deftige heren aan de macht.

Voor de helft van de negentiende eeuw bestonden er nog geen politieke partijen. Nederland kende toen een tweekamerstelsel die bestond uit een districtenstelsel en censuskiesrecht. Het waren een stel welgestelde heren die in de Tweede Kamer debatteerde en alleen mannen met voldoende bezit mochten stemmen. Maar niet alle kamerlieden waren daar eens mee.

#2 Kuyper.

Een kamerlid die niet eens was met het oude stelsel en protesteerde tegen het toenmalig beleid, was de predikant Abraham Kuyper. Hij kwam op voor de mensen van het volk die geen stemrecht hadden. Kuyper ging de straat op om handtekeningen te verzamelen en richtte toen de eerste Nederlandse politieke partij op, de Anti-Revolutionaire Partij oftewel ARP. Maar deze politieke partij was alleen voor de liberale protestanten. Niet alle lieden van de Tweede Kamer waren eens met deze nieuwe ideologieën van de nieuwe partij. Er werd geprotesteerd en met misgenoegen toegekeken toen Kuyper met succes handtekeningen verzamelde om zodoende zijn politieke partij op te richten.

#3 Christelijke politieke partijen.

Als reactie op het vormen van een protestantse politieke partij richtte de christenen ook een politieke partij op die het gewone volk vertegenwoordigde. De priester Herman Schaepman richtte de politieke partij op, de Rooms Katholieke Volkspartij oftewel de RKSP. Deze partij baseerde zich op de Bijbelse normen volgens de katholieke leer. Socialisme werd afgewezen en zij volgde de conservatieve ideologie.

#4 Industrialisatie.

In de eerste helft van de twintigste eeuw vindt er in Nederland een industriële revolutie plaats. Er is dan nog steeds een grote groep van de bevolking die helemaal niets te zeggen heeft in de politiek. Deze groep is de fabriek medewerkers. Zij maken hele lange werkuren in de fabriek, vaak onder onveilige en vooral ongezonde toestanden. Ze leefde een armoedig bestaan in kleine en donkere huizen. Door deze omstandigheden moesten zelfs de kinderen werken voor een armzalig loontje. Dominee Ferdinand Domela Nieuwenhuis vond dit bestaan een onrecht. Hij wilde opkomen voor deze groep en vormde de Sociaal Democratische Arbeids Bond oftewel de SDAB.

#5 De jaren 60.

Door de groeiende welvaart in de jaren zestig werd er maar aandacht geschonken aan individuele ontplooiing. Hierdoor kwamen oude bestaande structuren van de samenleving steeds meer weg te vallen. Er kwamen nieuwe ideologieën die ver stonden van de oude denkbeelden over de samenleving. Hierdoor ontstonden er nieuwe politieke partijen die heel erg populair werden onder de jongeren die zich niet konden vinden in de oude ideologieën. Zij voelden zich daardoor meer betrokken bij de nieuwe politieke partijen. Doordat de kiesgerechte leeftijd verlaagde naar 18 jaar werd deze groep jongeren met nieuwe ideeën een belangrijke groep. Deze groep vormde een achterban die inspraak eiste. De politieke partij sociaal-liberale Democraten 66 speelde er hierop gretig in en maakte zich sterk in de participatiedemocratie.

Er worden nog altijd nieuwe politieke partijen gevormd met soms nieuwe ideologieën. Maar de stem van het volk zal zich niet meer stil houden. Het volk gaat altijd zijn stem laten horen en zal kiezen voor de vertegenwoordiger die het meest gehoor geeft.